Er komt steeds meer aandacht voor het uitvoeren van proefbelastingen in het funderingsontwerp. Volgens Rob van Dorp van Allnamics kunnen er aanzienlijke besparingen worden gerealiseerd door funderingen scherper te ontwerpen dan de gestelde normen. Voorwaarde is dan wel dat het ontwerp getoetst moet worden volgens de NPR 7201 (Nederlandse Praktijkrichtlijn). Allnamics ontwikkelde een unieke en efficiënte methodiek voor het uitvoeren van snel paaltesten, de zogenaamde StatRapid.
Allnamics voert paaltesten uit om de kwaliteit en de geschiktheid van een funderingspaal vast te stellen. “Het varieert van testen om het draagvermogen vast te stellen tot testen om het paal-grondgedrag te analyseren of om de paal zelf te controleren”, zegt Van Dorp. “We toetsen in feite of hetgeen in theorie is bedacht ook praktisch gerealiseerd is op die locatie.”
Naast het statisch proefbelasten is in de jaren zestig het zogenaamde dynamisch Proefbelasten ontwikkeld”, zegt Marcel Bielefeld van Allnamics. “Destijds voornamelijk voor het testen van grote palen voor offshore constructies, inmiddels wereldwijd gemeengoed op alle paaltypen. Het dynamische proefbelasten komt echter met een aantal beperkingen en onzekerheden. De Rapid Load Test is een quasi statische test die de voordelen van beide testen combineert: de betrouwbaarheid van de statisch proefbelasting met de snelheid en kostenbesparing van het dynamisch belasten, waarbij de ruwe meetresultaten direct op de bouwplaats beschikbaar zijn. Een efficiënte en schaalbare methode voor het uitvoeren van snelle paaltesten. Inmiddels is deze wijze van testen uitgegroeid tot een wereldwijd geaccepteerde testmethode en verankerd in vele codes en normen (waaronder de EuroCode en ASTM).” Van Dorp vult aan: “Een aantal van onze StatRapids is dan ook gestationeerd in Azië. Een voorbeeldproject in Nederland is het Spuikwartier in Den Haag en in België is deze wijze van proefbelasten toegepast bij de aanleg van de nieuwe verkeersbrug in de haven van Zeebrugge.”
De NPR 7201 (Nederlandse Praktijkrichtlijn) benoemt een aantal klassen van proefbelastingen. “In Den Haag is een klasse A proef uitgevoerd, dat wil zeggen, de paal is voorzien van een krachtmeter, verplaatsingsmeters en reksensoren”, legt Van Dorp uit. “Op die manier zijn de ontwerpfactoren bepaald en heeft men de funderingsconstructie daarmee aanzienlijk lichter kunnen ontwerpen dan de norm voorschrijft. Met onze StatRapid zijn vier proefpalen getoetst en kon het aangescherpte ontwerp worden aangetoond. Dat heeft geresulteerd in een funderingsconstructie met minder én kortere palen. De meest voorkomende paaltesten zijn echter type C en D, waarbij -al dan niet met StatRapid – wordt gecontroleerd of het gedrag van de paal voldoet aan het ontwerp.”