Het meest geschreven en gehoorde woord van 2020 is ongetwijfeld “Corona”. Het virus heeft de wereld letterlijk op zijn kop gezet. Het “nieuwe normaal” wordt ons allen als een mantra ingepeperd en de meeste mensen handelen netjes volgens de richtlijnen van het RIVM. We zijn ons ineens bewust van onze eigen rol en die van anderen, als het gaat om het waarborgen van veiligheid voor onszelf en naar de medemens toe. Zo ook in de bouwwereld, waar het principe gehuldigd wordt: “Zorg eerst goed voor jezelf, dan voor je collega’s en ga dan pas aan het werk.” Ik kan niemand aanwijzen die dat niet logisch vindt.
Daar zit meteen de crux. Onze eigen veiligheid en die van onze geliefden staat door het Covid-19 virus op het spel. We hebben dus een enorme verantwoordelijkheid om hier goed mee om te gaan. Ook op de werkplek! Er zijn goede protocollen ontwikkeld in de bouw en ineens kan en wil iedereen meewerken om zo veilig mogelijk te werken en weer gezond thuis te komen. Maar is dat niet iets waar we in de bouw al jaren voor pleiten? Processen om de veiligheid te vergroten voor iedereen draaien al jaren. Vaak met succes, maar soms verloopt dit ook bijzonder moeizaam.
Nu, door Corona, ligt veiligheid ineens onder een vergrootglas. Laten we daar lering uit trekken! Blijkbaar zijn we prima in staat om protocollen in het leven te roepen en gedragsregels af te spreken, die door bijna iedereen in acht genomen worden. Er wordt verder gekeken dan de neus lang is. Er worden kritische vragen gesteld, vragen als: “Kun je nog wel met twee man in een busje zitten”, “Hoe gaan we om met elkaar in situaties waarin we samen iets moeten optillen” en “Wat is wel of niet acceptabel in een bouwkeet”.
Het zou mooi zijn als deze mentaliteit blijft voortbestaan in de werksfeer. Laten we goed kijken naar wat we kunnen leren van hoe we nu met de situatie omgaan. En daarvan de goede zaken behouden. Een kritische blik handhaven na Corona moet mogelijk zijn. We hebben nu laten zien dat we daartoe in staat zijn. Een bouwplaats kan je energie geven, maar net zo goed je leven kosten namelijk. In de basis is iedere bouwplaats een vijandige omgeving, er vallen jaarlijks in de bouwsector 18 tot 20 doden. De bouw moet veiliger, we zullen moeten doen wat onder de gegeven omstandigheden het beste is. Zo blijkt na analyse dat veel ongevallen voorkomen hadden kunnen worden. Veiligheid -of gevaar- zit soms in kleine, fysieke dingen, zoals een radio die te hard staat of een onopgeruimde bouwplaats. Veiligheid zit echt ook in de dialoog. De kans op gevaarlijke situaties neemt toe naarmate een bouwplaats drukker wordt, er tijdsdruk in beeld komt en het moment van oplevering nadert. We moeten leren rekening te houden met deze factoren.
Inmiddels zijn er initiatieven ontplooit om te komen tot een uniforme veiligheidsinstructie. We zullen daarbij strenger moeten zijn voor onszelf en kritischer naar elkaar toe. De hoofdvraag mag niet meer zijn “Wanneer is het project af?” maar “Wanneer kunnen we het project veilig afronden?” Dat alleen kan al het verschil maken. Veiligheid is geen contract, geen bundel met afspraken op zich. Als werkgever heb je ook de verplichting om veilig werken zo goed mogelijk te faciliteren. Wees transparant, deel informatie en ben bereid te leren van elkaar.
Om terug te komen op de Coronacrisis en de daaruit voortvloeiende maatregelen: er is een bouwproject waar bij een medewerker Corona werd geconstateerd. Er was echter verder niemand besmet op de bouw. Dat kwam omdat iedereen keurig volgens protocol handelde en de richtlijnen voor veilig samenwerken in Coronatijd serieus werden gehandhaafd. Het werkt dus, het kan dus wel, is mijn conclusie.