“Ik denk dat we de komende jaren een paar versnellingen zullen doormaken als het aankomt op duurzaamheid. Dat hangt mijns inziens vooral af van hoe duurzaamheidsdoelstellingen uitgevraagd gaan worden in aanbestedingen.”
Andrea merkt op dat ten opzichte van een aantal jaren geleden, inmiddels iedereen het klimaatprobleem wel erkent en graag een positieve bijdrage wil leveren. “We wonen in Nederland in een delta en juist de waterbouw heeft de kennis en kunde in huis om bij te dragen aan het ontwikkelen en uitvoeren van klimaat adaptieve maatregelen en daarmee het toekomstbestendig houden van de delta.”
“Onze expertise hebben we opgebouwd doordat we al eeuwenlang werken op de scheidslijn land/water, daar ligt de kern van onze werkzaamheden. Die toegevoegde waarde behouden we door te blijven innoveren. We zien dat we steeds weer andere middelen tot onze beschikking krijgen die tot nieuwe inzichten en innovaties leiden, zoals data waarmee slim gewerkt kan worden”, aldus Andrea.
Binnen de GWW kan niemand iets alleen, we hebben elkaar nodig. Andrea: “Samenwerken zit in ons DNA. Samenwerken is dan ook een hele sterke competentie, net als goed communiceren. Ook de juiste mensen op de juiste plek krijgen, op het juiste moment is van belang. Daarbij moet je elkaar willen begrijpen, elkaars belangen kennen en de ander iets gunnen.”
Opdrachtnemers dienen zo vroeg mogelijk bij projecten betrokken te worden. “Opdrachtgevers moeten goed voor ogen hebben wat het doel is van het project. Bij veel projecten die afgelopen jaren in de media waren, is geuit hoe belangrijk samenwerking daarbij is. Elkaar vertrouwen is een kwestie van geven en nemen, van elkaar kennen en begrijpen en elkaar weten te vinden op het moment dat het spannend wordt. Ook in de waterbouw veranderen de vormen van samenwerking, dat zie je aan nieuwe contractvormen, waarbij de wijze van samenwerken en elkaar vertrouwen en voldoende informeren de basis vormt. Niet elk contract past bij elk project, maar in de basis hebben ze één ding gemeen: er wordt steeds vaker aan de voorkant samen met de opdrachtgever gekeken hoe een project het beste aangepakt kan worden, waardoor de uitvoeringsexpertise en/of innovatiekracht van aannemers in een vroeg stadium meegenomen kan worden in de ontwerpen. Je ziet dit bijvoorbeeld terug in twee-fasencontracten, Bouwteam overeenkomsten, Alliantie contracten en Innovatie partnerschappen.”
“We dienen bij projecten risico’s samen te dragen en daar neer te leggen waar ze het beste beheerst kunnen worden. Eerlijk werk mogen verrichten voor eerlijk geld, daar moeten we nog meer naartoe”, oppert Andrea.
Als het gaat om investeringen dan valt het volgens Andrea op dat lokale overheden anders investeren vanwege corona: “Ze hebben grote andere opgaven -en daarmee uitgaven- en daardoor schuiven infrawerken soms op. Dat heeft gevolgen. Wat men zich moet realiseren is dat het investeren in infrastructuur een randvoorwaarde is voor economische groei. Niet alleen omdat onze sector daar bij gebaat is, maar ook omdat er een positief sneeuwbaleffect door ontstaat. Uitstellen is duurder, daar ben ik van overtuigd.”
De komende jaren gaan vergroening en duurzaamheid een nog grotere vlucht nemen. “Er is op duurzaamheidsgebied al meer mogelijk dan er door opdrachtgevers wordt uitgevraagd. Maar of het voornemen om over 10 jaar volledig emissievrij te zijn reëel is, betwijfel ik. Volgens mij is het verstandiger om kleinere en realistische stappen te nemen, anders krijgen we te maken met kapitaalvernietiging. Doelstellingen moeten ambitieus genoeg zijn om verandering teweeg te brengen, maar realistisch genoeg om ze haalbaar te maken. Op die manier volgt het grootste gedeelte van de markt en hou je het level playing field in stand. Hierbij moet er ook voldoende aandacht zijn voor het internationale speelveld waarin een deel van onze sector opereert. ”
Andrea merkt op dat bedrijven wel de tijd moeten krijgen om het geld te verdienen dat nodig is voor het doen van investeringen die bijdragen aan vergroening. “De waterbouw is een kapitaalintensieve sector, waar schepen circa 25 jaar mee gaan. De vloot verduurzamen vraagt grote investeringen. Binnen de sector worden verschillende mogelijkheden onderzocht, van elektrificatie tot waterstofcellen. Dit heeft te maken met de atypische vloot in de waterbouw, die niet vergelijkbaar is met bijvoorbeeld de koopvaardijvloot. Elektrificatie is bijvoorbeeld niet overal haalbaar”, zegt Andrea tot besluit.