Reductie van faalkosten en voorkomen van schade, is dat niet wat ieder bedrijf graag wil? Ook in de pompindustrie is dat wenselijk, zeker als we bekijken welke gevolgen een niet functionerende pomp kan hebben. GMB realiseert/renoveert -vanuit diverse clusters- onder meer dijken, haventerreinen, rioleringen, gemalen, waterzuiveringsinstallaties en slibverwerkingsinstallaties.
Cluster Waterkwaliteit en Installaties heeft een ‘state of the art’ methode om de faalkans van een nieuwe pompinstallatie tot een absoluut minimum te beperken. Zij maken samen met hun partners een zogenaamde ‘digital twin’ voordat de pomp in gebruik genomen wordt en simuleren daarmee de werking. Marc Vogt, ontwerpmanager bij GMB, neemt ons mee in het proces.
“Ik kan het beste uitleggen hoe de digital twin werkt aan de hand van een project AWP 2.0 voor Waterschap Brabantse Delta dat momenteel loopt”, opent Vogt het gesprek. . “Momenteel renoveren we drie pompstations, waarbij we twee oude pompen vervangen door drie nieuwe, per station. Onlangs is de eerste pomp in gebruik genomen, waarbij we vooraf de zekerheid hadden dat deze zonder problemen zijn werk ging doen. Vooraf hebben we samen met onze partners een digital twin gemaakt van het persstation. Dat houdt in dat de pomp, leidingen en instrumentarium virtueel zijn nagebouwd, om te kunnen functioneren in een digitale simulatie. Deze simulatie hebben we vervolgens middels rekenprogrammatuur van onze partner RHDHV gevoed met data, zoals kunstmatige regenbuien, data uit lokale metingen, allerhande systeeminvloeden die hun weerslag hebben op de werking en niet te vergeten, de testgegevens van de pomp van onze partner Pentair. De software van onze partner Hoppenbrouwers koppelt alles aan elkaar en het resultaat is een virtueel draaiende pomp, die onderhevig is aan invloeden die gegarandeerd een keer optreden in het echt. Een soort digitale vuurdoop…”
Daar stopt de simulatie echter niet. Vogt legt uit: “Deze droge, virtuele test geeft ons ook de mogelijkheid om allerlei bedrijfssituaties te simuleren. Meer zekerheid kun je vooraf niet hebben. Het mooie is dat je in de simulatie al kunt gaan finetunen en afstemmen, zaken die bij bewezen succes één op één overgebracht kunnen worden naar de echte installatie. Dat schept vertrouwen.”
Naast het bieden van zekerheid omtrent de techniek, vormt de digital twin ook een enorme tijdbesparing. “Logisch eigenlijk, want als we niet digitaal zouden kunnen testen, dan waren we afhankelijk van pieken die in het echt optreden. Dan zou je moeten wachten op echt noodweer en maar hopen dat de installatie het uithoudt. Naast de tijd die dit kost, bestaat er een gerede kans op schade. ‘Trial and error’ is niet wenselijk bij pompinstallaties van deze omvang. Niet qua kosten die ontstaan door mogelijke schade aan de installatie, maar vooral door de gevolgen die er in de omgeving ontstaan door uitvallen van zo’n pompinstallatie. Wederom een bewijs dat we in onze handen mogen wrijven met de mogelijkheid tot virtueel testen. De computer is geduldig. Een 24-uurs virtuele test uitvoeren is geen probleem, we simuleren in ‘real time’.”
Voor GMB is dit de eerste keer dat er op deze manier gewerkt wordt. “Dat kon omdat dit werk zich daar specifiek voor leent”, legt Vogt uit. “Deze pompen zijn groot en krachtig. En tijdens de realisatie van het werk moet de afvoer gegarandeerd blijven. In de virtuele omgeving kunnen we de absolute grens opzoeken… Daar gaan zulke krachten mee gepaard, dat als je dit doet in een praktijksituatie, je enorme schade kunt oplopen. Dat kost weer tijd, geld en is in feite kapitaalvernietiging. Nu kunnen we testen met de winkel open, zoals zo mooi gezegd wordt. De oude pompen draaien nog, de nieuwe pomp komt bedrijfszeker in bedrijf en het is een kwestie van vervangen zonder onnodig oponthoud.”
Tot besluit zegt Vogt: “Je kunt er steeds meer mee doen. De pomp die nu in gebruik genomen is, wordt ook gemonitord. Die data koppelen we aan de initiële testresultaten, alles klopt tot nu toe. Een stuk validering dus. We kunnen straks door data te analyseren zelfs voorspellend werken. Dat wordt de toekomst, ideaal bijvoorbeeld om systemen verder te optimaliseren.”