Hoe kunnen we zoveel mogelijk inzetten op duurzaamheid binnen bestaande contracten? Dat was de vraag voor de gemeente Arnhem bij de aanpak van de Apeldoornseweg. “In plaats van te kiezen voor innovatieve materialen, die hun waarde en kwaliteit nog niet hebben bewezen, hebben we gekeken wat er binnen de bestaande RW-contracten mogelijk was”, aldus projectleider Sil Polman. “Dat bleek meer dan aanvankelijk gedacht.” Zo werden onder meer de betontegels en -banden, betonnen rioolbuizen en het asfalt opnieuw gebruikt.
De Apeldoornseweg is een belangrijke toegangsweg tot de stad en zorgt voor een verbinding met de A12. Het herinrichten was dan ook geen sinecure. “Het riool was er slecht aan toe, evenals het asfalt. De bushaltes waren gedateerd en de verkeerslichten waren aan vervanging toe. Daarnaast wilden we een einde maken aan de wateroverlast. De Apeldoornseweg kent een hoogteverschil; daardoor stroomt het water uit het naastgelegen park naar beneden. Ook hebben we bij dit project rekening gehouden met de wens voor meer groen in de stad. Daarnaast is er geluisterd naar de inbreng van omwonenden: zij wilden meer oversteekplekken en snelheidsbeperkende maatregelen.”
Met al deze opgaven was het al een uitdagend project. Maar op duurzaamheidsgebied wilde men nóg een stapje verder gaan. Niet door als proeftuin voor innovatieve materialen te dienen, maar met producten die binnen de bestaande eisen passen. “We hebben op duurzaamheidsgebied een aantal eisen neergelegd, waar aannemers absoluut aan moesten voldoen. Bijvoorbeeld een minimumeis wat betreft de toepassing van secundair toeslagmateriaal in de nieuwe betonproducten. Je kunt materiaal tot puin breken en dit gebruiken als fundering van wegen. Maar je kunt ook oude producten breken tot toeslagmateriaal voor nieuwe producten, of producten op de ene plek eruit halen en elders in de oorspronkelijke vorm opnieuw gebruiken.”
Arnhem heeft ingezet op de laatste twee vormen van hergebruik. “Niet alle rioolbuizen en tegels konden opnieuw worden gebruikt. Die zijn gebroken tot fractie, in twee groottes. De grootste fractie is toegepast in nieuwe tegels en banden; de kleinste is gebruikt in de stelspecie, die bij het project is gebruikt voor de betonnen wanden achter de betonbanden.”
Bij de nieuwe betonnen banden en tegels is 25 procent secundair toeslagmateriaal toegepast. “Gaandeweg hebben we ook voor de rioolbuizen een dergelijke eis gesteld. Hier ging het om een percentage van 15 procent.” Door aannemers te vragen een grondstoffenplan te maken, bleef de gemeente in gesprek met de partijen. “Omdat we een open blik hadden, signaleerden we gaandeweg kansen waardoor we het project nog verder konden verduurzamen.”
Duurzaamheid was belangrijk bij dit project, evenals een bewezen kwaliteit. “Dankzij de beoordelingsrichtlijn ‘Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’ weet je zeker dat het percentage aan secundaire materialen wordt gehaald én dat het met de kwaliteit van het eindproduct goed zit.” Meer informatie over de beoordelingsrichtlijn staat op Betonhuis.nl/bestrating/brl.