Mijnwater B.V. bouwt in Heerlen een nieuw leidingnetwerk dat koude en warmte levert aan woningen, kantoren, winkels en industriële bedrijven. Het betreft een circulair energienetwerk waarbij restwarmte uit de omgeving wordt geoogst en overtollige warmte of koude voor een later moment opgeslagen wordt. Bijzonder is dat een dergelijk warmte- en koudenetwerk 65 tot 90 % energie kan besparen, in Heerlen, maar ook in andere steden. Een goed ondergronds leidingnet is evident om dit te doen slagen.
Mijnwater BV heeft nu 30 professionals in huis om die klus te klaren. Mensen op gebied van werktuigbouwkunde, stedenbouwkunde, meet- en regeltechniek, financiën, innovatie, civiele techniek en infrastructuur. Het bedrijf groeit en is in staat om het bestaande leidingnet in Heerlen uit te breiden om nieuwe gebouwen, maar ook bestaande woningen aan te sluiten op duurzame energie.
De afdeling Infra houdt zich bezig met de aanleg van (ondiepe) putten, hoofdleiding (backbone), en diverse aftakkingen naar wijken en gebouwen. Ook wel de aanleg van een clusternet en sectornet genoemd. De opstart van een van de clusternetten in Heerlen is mogelijk gemaakt door het Europese project Heatnet-NWE (Interreg-NWE).
Het lijkt dat het voorbereiden en aanleggen van een ondergrondse leiding niet zo heel moeilijk is, maar schijn bedriegt. Tijdens de aanleg van het clusternet van het zogeheten Cluster D, liep Hubert Blom, projectmanager Infra, tegen tal van problemen aan. Zo doorkruist het tracé een stromingsgebied van de Geleenbeek met een hoge natuurlijke waarde en kent de stad Heerlen een rijk Romeins verleden. Verder is op enkele plaatsen in Parkstad-Limburg mijnsteen en grind in de grond achtergebleven door mijnbouwindustrieën uit het verleden. Dit zijn de barrières die onder het oppervlak zijn overwonnen. Boven het oppervlak zijn de verkeersomleidingen aan de orde van de dag geweest, wat, door het realiseren van een 24/7 bereikbaarheid van de aanliggende industriegebieden, toch wel een huzarenstukje was.
Een van de uitdagingen was het passeren van een Natura 2000 gebied, waarin niet gegraven mag worden. Om het gebied te passeren moest een ondergrondse boring over de volle lengte worden gerealiseerd.
In het voorontwerp werd een HDD (Horizontal Directional Drilling) voorgeschreven. Boortechnieken voor dit soort projecten en problemen behoren inmiddels tot de standaard uitvoeringsmethoden van Mijnwater BV. De aannemer kon zich in de gunning onderscheiden door te variëren met de diepte, lengte, begin en eindpunt van de boring. Als onderdeel van het Heatnet-NWE-project, hebben we in de aanbesteding de problematiek bij de verschillende inschrijvers voorgelegd. De oplossingen van de aannemers werden beoordeeld en telden mee in de gunning van het werk.
De oplossingen, die werden aangereikt, waren boringen met verschillende lengtes, dieptes en begin- en eindpunt. Omdat de boring deel uitmaakt van een totaalplan van aanpak wordt er niet alleen gekeken naar de beste prijs, maar krijgt de aannemer ook punten voor de aangeboden kwaliteit. De aannemer die het werk gegund kreeg, had een boring uitgedacht die langer was dan het conceptontwerp. Hierdoor kwam het beginpunt van de boring op een terrein te liggen, waarbij de overlast voor omwonenden en verkeer aanzienlijk werden verkleind. Dit leverde hem de meeste credits op. Bij het inmeten van het terrein, na opdracht, kwam de aannemer erachter dat er onder de Geleenbeek een grote betonnen koker ligt. Een riool? Op tekeningen was niets terug te vinden. Onderzoek wees uit dat hier een tweede beek, de Caumerbeek, doorheen stroomt. In het verleden heeft men ervoor gekozen om de Caumerbeek voor een deel ondergronds te laten stromen. Hierdoor moest de boring worden aangepast: dieper en nog langer. Helaas voor ons meerwerk, maar wel met een perfect eindresultaat.
Een probleem in Parkstad-Limburg is dat er mijnsteen zit in de ondergrond. Het afvalproduct van de vroegere kolenwinning. In het landschap is dit nog altijd te herkennen als de bergen en heuvels in Heerlen. Tegenwoordig afgedekt met een laag aarde en veelal ingericht als natuur en wandelgebied. Echter als je gaat graven kom je de mijnsteen weer tegen. Er zitten allerlei ijzers en koolstoffen in die ervoor zorgen dat het niet toepasbaar is voor andere doeleinden. In de regio zijn enkele recyclingbedrijven die de vergunning en certificering hebben om deze in te mogen nemen en verder te verwerken.
Mijnsteen is scherp en grof. Je kunt daardoor niet zomaar leidingen aanleggen in de mijnsteen. Ze zouden direct beschadigen. Door vooraf een bodemonderzoek te doen is beter in te schatten wat dit aan extra kosten met zich meebrengt, omdat het aanvoeren van zand en het afvoeren van mijnsteen veel geld kost. De mijnsteen wordt naar speciale verwerkers in de regio gebracht. Die het op hun beurt naar een groeve of andere mijnsteenberg in Brunssum brengen.
Het opgraven en terugleggen of afvoeren is dus onoverkomelijk. Het is noodzakelijk om vooraf én in samenwerking met andere partijen bodemvervuiling altijd in kaart te brengen. Om zo effectiever en strategischer te kunnen opereren, maar vooral om (grote financiële) risico’s te vermijden
Naast obstakels onder de grond, zijn er in dit industriegebied ook obstakels bovengronds. Er bevinden zich veel bedrijven die 24/7 goederen ontvangen of moeten leveren. Het blokkeren van een toegang leidt snel tot bedrijfsschade. In de tracékeuze kan hier rekening mee worden gehouden. Ook is het soms mogelijk slechts een deel van de toegang te blokkeren en later een ander deel of onder een inrit door te boren.
De grootste uitdaging voor het tracé in dit industriegebied (tussen het bedrijf VDL en de nieuwe energiekelder) was de communicatie met de bedrijven. In de voorbereidingsfase werd elk bedrijf afzonderlijk benaderd, maar ook de gemeente geïnformeerd over de aanleg van de leidingen en de overlast die daarmee gepaard zou gaan. Het betreft een drukke weg, met veel bedrijven (in- en uitritten) en heel weinig plaatst om te werken. Omdat in dit project de aannemer verantwoordelijk was voor het definitieve ontwerp en uitvoering, werd ook de uiteindelijke coördinatie en communicatie met alle partijen bij hem neergelegd. Natuurlijk in nauwe samenwerking met Mijnwater B.V. Na de gunning maakte de aannemer het definitieve ontwerp en presenteerde de plannen aan alle betrokkenen (vergunningverleners en aangrenzende bedrijven). Een niet geringe lijst van eisen en randvoorwaarden heeft ervoor gezorgd dat er tijdens de uitvoering inderdaad op diverse manieren werd gewerkt om verkeershinder te minimaliseren en bereikbaarheid van alle bedrijven te garanderen. Denk hierbij aan: Boren onder inritten, brede inritten in twee helften uitvoeren, inzetten verkeersregelaars en omleidingsroutes, ’s nachts werken en het maken van tijdelijke inritten op een andere locatie. Deze kosten zijn voor rekening van Mijnwater. Een bedrijf of grondeigenaar krijgt in beginsel geen vergoeding voor overlast, behalve als er leidingen op hun grondgebied worden gelegd. Echter, loopt een bedrijf bedrijfsschade op door onze werkzaamheden, dan is het een ander verhaal. Gelukkig heeft Mijnwater dit kunnen voorkomen.
Omdat je tijdens zo’n tracéaanleg altijd te doen hebt met mensen en de dynamiek van mensen in die omliggende bedrijven is het aan te bevelen om vooraf verantwoordelijken binnen die bedrijven op de hoogte te stellen van de aankomende werkzaamheden. Zo voorkom je dat zij achteraf nog eisen gaan stellen.
Het aanleggen van een infratracé door bebouwd gebied is niet eenvoudig. Er zijn veel obstakels en zelfs met een gedegen voorbereiding en onderzoek kom je onverwachte zaken tegen. Aanbevelingen van projectmanager Hubert Blom:
Het succes van de mijnwatertechnologie is een voorbeeld voor andere steden die naarstig op zoek zijn naar aardgasvrije alternatieven. In principe is het mogelijk in andere steden eenzelfde netwerk te bouwen, dat bijvoorbeeld bestaande warmte- en koudeopslag (WKO) verbindt met tussenliggende woningen en met andere warmtebronnen in de stad, denk aan (gekoelde) supermarkten, datacenters, kantoorgebouwen, e.d. Een zogenaamde 5e generatie verwarmings- en koelingsnetwerk (District Heating and Cooling – DHC).
Het aanleggen van een lokaal thermisch circulair energienetwerk leidt voor alle betrokkenen tot forse besparingen. De grote investeringen worden immers met elkaar gedeeld, een uitdaging om met beide handen aan te gaan. Het opzetten van zo’n samenwerking vergt wel een goed georganiseerde regisseursrol. Uit onderzoek van CE-Delft en IF-technologie blijkt dat op basis van 5GDHC tot 3 miljoen woningen in Nederland van het aardgas af kunnen.
In november 2019 ontving Mijnwater B.V. in Parijs de ‘grand prize for sustainable infrastructure’ tijdens de uitreiking van de Green Solution Awards 2019.