De Nederlandse laagveengebieden kampen al jaren met hevige wateroverlast als gevolg van bodemdaling. Na een flinke regenbui overstromen de straten en lopen de huizen vol met water. Als specialist in het slappe bodemgebied, levert Bunnik Groep een belangrijke bijdrage aan het klimaatbestendig maken van wijken en dorpen in het laagveengebied. We nemen met Luuk Tamminga een kijkje bij een ‘slappe bodem’-herstelproject in Kockengen en in De Kanis.
Klimaatadaptatie is volgens Tamminga een hot issue in de Nederlandse laagveengebieden. “De combinatie van een toenemende intensiteit van buien en een daling van de bodem, maakt dat straten in deze gebieden steeds vaker onderwater komen te staan met alle gevolgen van dien. Het is een serieus probleem. De gemeenten in dit gebied hebben zich verenigd in het Platform Slappe Bodem om de bodemdaling te lijf te gaan. In de voormalige gemeente Reeuwijk waren we al ‘huisaannemer’ voor de herindeling naar Bodegraven – Reeuwijk, als het gaat om slappe bodemherstel. Reeuwijk hoort bij de top tien op het gebied van slappe bodems, de bodem is hier echt heel slecht.”
Bunnik Groep is zelf gevestigd in het Groene Hart, midden in het slappe bodemgebied. “Al sinds onze oprichting, ruim vijftig jaar geleden, focussen we ons op het beheer van de openbare ruimte”, vervolgt Tamminga. “We zijn actief in vier disciplines, waarbij we merken dat er vanuit de markt steeds meer aandacht komt voor duurzaam slappe bodemherstel. Elk dorp, elke wijk, elke straat heeft zo zijn unieke kenmerken en vraagt om een individuele aanpak. Zo verschilt onze aanpak in Kockengen bijvoorbeeld volledig met die in De Kanis, een dorpskern van de gemeente Woerden.” Kockengen, een eveneens nabijgelegen kern, maar dan van de gemeente Stichtse Vecht, wordt in tien jaar tijd volledig klimaatbestendig gemaakt. Het project loopt sinds 2014 en wordt gefaseerd (tien fasen) aangepakt. Van de vijf reeds gegunde fasen, heeft Bunnik Groep er vier in opdracht gekregen. Eén van deze fases had betrekking op 125 woningen met een aanneemsom van 3 miljoen euro. Ter vergelijk: het project in De Kanis raakt ook 125 woningen, maar heeft een aanneemsom van meer dan 10 miljoen euro.
De Kanis heeft te maken met hevige verzakkingen door de slappe veenbodem. Tamminga: “De openbare ruimte is op sommige plekken meer dan 60 centimeter verzakt. We hanteren hier een unieke methodiek waarbij onder de straten een zettingsvrije, onderheide betonconstructie wordt gerealiseerd. Hierop brengen we een zandbed aan ten behoeve van de nutsvoorzieningen waarop de openbare ruimte wordt aangelegd. Deze constructie kent misschien een hoge aanvangsinvestering, maar garandeert wel een levensduur van honderd jaar. In Kockengen vervangen we eveneens de bestaande fundering, waaronder het teerhoudende asfalt, in dit geval door lichtgewicht funderingsmateriaal. Daarop komen vervolgens de nutsvoorzieningen te liggen en wordt de bestrating teruggebracht. Daarnaast verzorgen we de ophoging van het openbaar groen en de ophoging van de tuinen van bewoners.”
Bunnik Groep heeft alle kennis en expertise in huis om bodemherstelprojecten in laagveengebieden volledig in eigen huis van A tot Z aan te pakken. “Regelmatig worden we gevraagd om de werkzaamheden in bouwteam uit te voeren. Maar we zien ook dat deze opdrachten steeds meer in een UAV-gc contractvorm worden gegoten. Als specialist in het slappe bodemgebied zijn we daar als geen ander op toegerust”, besluit Tamminga.