De Europese emissienormen voor motoren gebruikt in non-road mobile machinery (NRMM) werden geleidelijk strenger vanaf het invoeren van de Stage I norm in 1997. Inmiddels geldt vanaf 2019 voor de meeste motoren de Stage V norm, Regulation 2016/1628 die de richtlijn 97/68/EC vervangt. Deze normen zijn van toepassing voor uitrustingen als industriële boormachines, compressoren, wielladers, bulldozers, nonroad trucks, graafmachines, heftrucks, wegenbouwmachines, sneeuwploegen en mobiele kranen.
De Stage V wetgeving werd voorgesteld in 2014 en afgerond in 2016. De normen zijn in voege getreden in 2019 voor motoren met minder dan 56 kW en meer dan 130 kW. Vanaf 2020 gelden ze ook voor motoren van 56 tot 130 kW. Stage V werd bovendien uitgebreid tot een aantal motoren dat vroeger niet gereglementeerd werd. Eind 2020 zullen de normen bekeken worden voor de invoering van nog strengere eisen. Waar de Stage III en IV normen grotendeels gelijk liepen met de Amerikaanse (Tier 3/7) en Japanse normen, lopen ze voor Stage V weer verder uit elkaar. Zo kunnen de US Tier 4 normen gehaald worden zonder filters. De Stage V normen hebben betrekking op de uitstoot van CO, HC, NOx en roetdeeltjes. Vooral die laatste norm is veel strenger (van 0.025 g/kWh naar 0.015 g/kWh).
Vooral omwille van de beperking van het aantal uitgestoten roetdeeltjes is het voor het halen van de Stage V normen bijna altijd noodzakelijk een deeltjesfilter te voorzien naast selective catalytic reduction (SCR) en diesel oxidation catalyst (DOC). De complete motorgroep wordt hierdoor omvangrijk en daar moeten de machinebouwers rekening mee houden, zeker als ook gebruik gemaakt wordt van EGR (terugvoeren van de uitlaatgassen) met zijn omvangrijkere koelinstallatie.
Toch zijn de meeste motorbouwers erin geslaagd hun motorgroep zo compact mogelijk te houden en toch te beantwoorden aan de Stage V norm.
Zo introduceerde Perkins dit jaar een serie motoren van 0,5 tot 18 liter inhoud (4 tot 597 kW) die voldoen aan de Stage V norm. Perkins werkt ook aan elektrische hybride, mechanisch hybride en hydraulisch hybride oplossingen. Bij Volvo Penta voldoet de volledige serie motoren (D5, D8, D11, D13 en D16) aan de nieuwste norm met vermogens van 105 tot 585 kW. Opvallend is dat de motoren 20 % minder koeling nodig hebben, zodat de radiator kon verkleind worden. Op het gebied van TCO werd de oliewissel interval van 500 op 1000 werkuren gebracht. John Deere heeft op zijn beurt een lijn Stage V motoren met een inhoud van 2,9 tot 13,6 liter met vermogens van 36 tot 500 kW. De motoren werden geoptimaliseerd voor een gemakkelijke inbouw. Cummins haalt dan weer de Stage V normen met alle motoren in de series F3.8 tot X15, terwijl Hatz de eerste elektronisch gestuurde eencilindermotor, de E1, met vermogens tot 12 kW lanceerde.
Ook Deutz kan alle motoren in Stage V versie leveren, maar ontwikkelde tevens motoren op gas en waterstof. Dat doet ook Kubota, dat motoren kan leveren op diesel, benzine, vloeibaar gas en aardgas. Yanmar ontwikkelde gas aangedreven industriemotoren met LPG, die de Stage V norm halen. Gasmotoren produceren minder deeltjes. Verder zijn ook de Kohler motoren met
Bluetooth technologie reeds geschikt voor Stage V en heeft FPT Industrial zowel verbrandingsmotoren als elektrische oplossingen in het gamma, met als highlight de Cursor X 4.0. Tot slot introduceerde MAN Engines onder meer de nieuwe D4276 zescilinder Stage V met vermogens van 450 tot 515 kW, commercialiseert Caterpillar de C2.2, C3.6, C4.4, C13B en C27 als Stage V motoren en zien we bij Doosan een serie draagbare compressoren die voldoen aan Stage V. Dit zijn slechts enkele voorbeelden, maar alle motorbouwers leveren nu Stage V versies, terwijl er gelijktijdig gewerkt wordt aan hybride en elektrische oplossingen en het gebruik van alternatieve brandstoffen.