Een unicum in Nederland. Zo mogen we Amsterdam Logistic Cityhub wel noemen. In het Amsterdamse havengebied, op amper 7 minuten varen van het centrum, wordt gebouwd aan een nieuw logistiek centrum voor de Amsterdamse stadsdistributie. Doel van de XXL stadshub is om de logistiek van onder meer bouwmaterialen, pakketten en horeca-artikelen in de hoofdstad centraal én milieuvriendelijk aan te pakken via elektrisch aangedreven vervoer over de weg en het water. De nieuwbouw bestaat uit zo’n 300.000 m2 BVO, waarvan zo’n 120.000 m2 opslag- en distributieruimte, 80.000 m2 mezzaninevloeren, 11.000 m2 kantoorruimte, 200 laad- en losdocks en 1.700 parkeerplekken voor auto’s, busjes, bak- en vrachtwagens. Het terrein beschikt over een eigen kade aan het Noordzeekanaal en een uitstekende ontsluiting naar de stad en snelweg A10.
De projectlocatie in het Westelijk Havengebied was lange tijd in gebruik door chemieproducent Chemtura, dat in 2017 werd overgenomen door Lanxess. “In 2018 las ik in de krant dat de fabriek zou worden gesloten”, vertelt Wim Beelen, ondernemer en bedenker van de last mile oplossing. “Als ondernemer vind ik het heel prettig om aan het water te ontwikkelen, omdat je vanaf hier onbeperkt toegang hebt tot de hele wereld. Daarom heb ik deze meest pesticideverontreinigde locatie van Nederland op eigen risico gekocht en gesaneerd. Vervolgens heb ik een connectie gemaakt met het water, door middel van een 180 meter lange kade, waarna ik op zoek ben gegaan naar een passende nieuwe bestemming. Welke behoefte hebben ondernemers? De stad? En het gebied?”
“De logistieke sector kiest steevast voor single-tenant ontwikkelingen, waarbij een gebouw wordt verhuurd aan één enkele gebruiker”, benadrukt Beelen. “Deze gebouwen zijn niet gericht op samenwerking en kruisbestuiving. Zonde, want ondernemers hebben hier wel degelijk behoefte aan. De afgelopen decennia is met name logistiek vastgoed ontwikkeld voor financieel gewin. In 95% van de gevallen is hierbij gefocust op de koper van het pand, in plaats van op de gebruiker. Mijn ambitie daarentegen is juist om vanuit de gebruiker te ontwikkelen, mét de beste connecties naar de stad, via de weg en het water. Voor dit project ben ik in de huid gekropen van de logistieke ondernemer: hoe zou hij of zij willen werken? Welke faciliteiten, indelingen, robuustheid, zwaartes én uitzichten passen daarbij? Amsterdam Logistic Cityhub faciliteert álle ondernemers in de e-commercesector en pakketdiensten. Ook biedt het een uitkomst voor partijen in de bouw en offline retail, die in het gebouw alles kunnen doen. Van kantoorfuncties tot halgebruik en/of de opslag van (gevaarlijke) stoffen. Pas toen de ontwikkeling klaar was, heb ik gekeken naar de kosten. Vervolgens is een partij gezocht die gelooft in parkmanagement. Die partij vonden we in Central Trade Park (CTP), dat het gebouw heeft aangekocht en verantwoordelijk is voor het onderhoud en beheer.”
In zijn ontwikkeling heeft Beelen alle uitdagingen van de stad meegenomen, benadrukt hij. Bijvoorbeeld ten aanzien van transport, bereikbaarheid en milieu. “Amsterdam slibt dicht. Met de nog altijd groeiende populatie en toenemende congestie, in combinatie met een zero emissie doelstelling, is er grote behoefte aan alternatieve transportvormen en -faciliteiten. Interessant voor de stad én haar ondernemers is niet alleen om transporten te verduurzamen, maar ook om zoveel mogelijk te clusteren. Dat er één boot, één truck, één bestelwagen of één fiets beschikbaar is waarin alle bedrijven hun leveringen kunnen plaatsen. In Amsterdam Logistic Cityhub worden single pakketten en orders straks efficiënt gebundeld tot één complete order, die ook in één keer weggebracht kan worden.” Daarnaast heeft Beelen uitgebreid aandacht besteed aan de parkeerfaciliteiten. Want ook parkeren is een heikel punt in de sector, vertelt hij. “Opnieuw gedreven vanuit financiële motieven bouwen ontwikkelaars nog te vaak gebouwen zonder goede parkeerfaciliteiten. Parkeren levert immers geen geld op. In plaats hiervan wordt alle beschikbare grond benut om verkoopbare hallen te bouwen, waardoor direct overlast ontstaat voor de buren én buurt. In alle plannen die ik voor dit plangebied heb getekend, ben ik juist vanuit de parkeergarage gestart. Het resultaat is een goed gebouw, dat toegespitst is op de eindgebruiker en dat zichzelf straks verkoopt.”
Grond is schaars in Nederland, benadrukt hij. “Daarom heb ik ervoor gekozen om vier verdiepingen bovenop elkaar te bouwen. Onder het tweede vloerveld zijn alle parkeerfuncties geïntegreerd, terwijl op de bovenste laag alle kantoren worden ingericht. De logistieke markt heeft 2,5 jaar lang hard om mijn plannen gelachen. Nu de bouw is gestart echter, heeft elke logistieke ontwikkelaar het ineens over brownfields, meerlaags grondgebruik, daktuinen, cityhubs en last mile oplossingen. Dat geeft aan dat de focus verandert. Mijn grootste waardering kan zijn dat over circa vijf jaar nog vijf tot tien van deze gebouwen in Nederland staan. Ons land kan ze zeker gebruiken.”